Je Innerlijke Team Coachen
Een introductie tot David Grove’s Pronoun Scapes, ontwikkeld door Dr. Caitlin Walker.
Doe het volgende ter voorbereiding:
1. Lees het script hieronder door en zorg dat je een versie ervan bij je hebt tijdens de sessie, geprint of digitaal.
2. Pak pen en papier (eventueel kleurpotloden of stiften) voor de volgende stap en de sessie.
3a. Denk na over een gewenste uitkomst of een probleem waar je tijdens de sessie aan zou willen werken. Er staan een aantal voorbeelden hieronder.
3b. Schrijf of teken (digitaal of op papier) je gewenste uitkomst of probleem waaraan je in de sessie wilt werken.
Een aantal voorbeelden:
“Ik wil in staat zijn om 5000 meter te rennen zonder te stoppen.”
“Ik zou graag meer weerstand willen bieden, zoals een havenmuur die het water breekt.”
Het script – Je innerlijke team coachen
Je gaat in duo’s werken. Eén is de facilitator en de andere is de focus van aandacht (cliënt). De facilitator leest de dikgedrukte teksten voor aan de focus.
Wat zou je willen dat er gaat gebeuren?
Schrijf het antwoord op als de gewenste uitkomst.
IK
En… ik, en als ik, waar is ik?
Focus reageert.
En wat voor ik, is deze ik?
Focus reageert.
En is er nog iets over ik?
Focus reageert.
En deze ik is net zoiets als?
Focus reageert; de facilitator schrijft het antwoord op.
MIJ
En… mij, en als mij, waar is mij?
Focus reageert.
En wat voor mij, is deze mij?
Focus reageert.
En is er nog iets over mij?
Focus reageert.
En deze mij is net zoiets als?
Focus reageert; de facilitator schrijft het antwoord op.
JIJ
En… jij, en als jij, waar is jij?
Focus reageert.
En wat voor jij, is deze jij?
Focus reageert.
En is er nog iets over jij?
Focus reageert.
En deze jij is net zoiets als?
Focus reageert; de facilitator schrijft het antwoord op.
MIJZELF
En… mijzelf, en als mijzelf, waar is mijzelf?
Focus reageert.
En wat voor mijzelf, is deze mijzelf?
Focus reageert.
En is er nog iets over mijzelf?
Focus reageert.
En deze mijzelf is net zoiets als?
Focus reageert; de facilitator schrijft het antwoord op.
EN ALS…
<Metafoor/beschrijving van ik>, wat wil deze “ik” dat er gebeurt met <gewenste uitkomst>?
<Metafoor/beschrijving van mij>, wat wil deze “mij” dat er gebeurt met <gewenste uitkomst>?
<Metafoor/beschrijving van jij>, wat wil deze “jij” dat er gebeurt met <gewenste uitkomst>?
<Metafoor/beschrijving van mijzelf>, wat wil deze “mijzelf” dat er gebeurt met <gewenste uitkomst>?
En met dit alles, wat zou je nu willen dat er gaat gebeuren?